Qua locatie kan het wel tellen… Aan de voet van de Mont-Blanc en met uitzicht op de altijd besneeuwde toppen die kleppers als Chamonix, Saint-Gervais, Megève en Les Houches bedienen. Hier bouwde Decathlon een International Design Center voor haar bergmerken Wed’Ze, Quechua en Simond. We vroegen – en kregen – een blik achter de schermen.

De reden om de 10 000 m2 grote Mountain Store daar te bouwen, is als je er even over nadenkt niet meer dan logisch: prototypes worden ontworpen, gemaakt, meteen in het labo en op het terrein getest, in de winkel gehangen en mee de bergen in genomen. Allemaal op één plek. De doorlooptijd is erg kort: wie wil kan ’s morgens een prototype maken (voor een ski bijvoorbeeld heb je daarvoor ongeveer 2,5 uur nodig) en het ’s middags proberen. Bovendien hebben alle schakels in de van ontwerp-tot-winkel-keten zo feeling met wat de ander doet.

Van ontwerp tot winkel

Op de designafdeling ontmoeten we verschillende designteams. Binnen elk team werken mensen in groepjes samen: een designer, productingenieur, marktanalist, productmanager, logistiek specialist, iemand die de commerciële kant beheert… iedereen heeft zijn eigen expertise. Zo zorgt Decathlon ervoor dat vanaf het begin alle aspecten in het ontwerp worden meegenomen, om de best mogelijk prijskwaliteitverhouding te kunnen garanderen.
Prototypes worden volledig van scratch gebouwd, met de allernieuwste technieken, zoal CNC, 3D-printers, etc. En dit geldt zowel voor snowboards en ski’s, als voor kleding en accessoires. Onder de 3000 m2 grote winkel vooraan in het designcentrum – waar elke ontwerper elk dag eerst doorheen loopt en soms zelf in staat – bevindt zich een ghost store. Deze wordt onder andere gebruikt om de rekkenindeling te testen. In de winkel zelf vinden ook veel A/B-studies plaats, om bijvoorbeeld de finale kleur of finale prijs te bepalen.

Testen doe je op het terrein

Decathlon werkt niet met een arsenaal aan pro-riders als gezicht van hun merk en om hun materiaal te dragen en gebruiken. Maar testen wordt er volop gedaan, niet door vele grote namen, maar wel door lokale atleten, testteams én door de ontwerpers zelf. Dat geldt niet alleen voor de ski’s en boards, maar ook voor allerlei ‘gadgets’, zoals het opblaasbare wintersportpakje dat je kind warm houdt of de skibril waarvan je het vizier met een druk op de knop van kleur doet veranderen. Want hoe leuk en nuttig de ideeën ook zijn, en hoe veelbelovend de specs, pas in het veld weet je of iets voldoet of niet. En dus gingen ook wij op pad.

We testten toerski’s en waren positief verrast door hun stabiliteit en vlotte kantenwissel. Ze waren ook licht genoeg om mee te stijgen en stijf genoeg om op een hardere piste gecontroleerd af te dalen. Dat de latten gemaakt zijn voor 50/50 on-en-off-piste draagt ongetwijfeld aan dit gevoel bij. De volgende dag mochten we de rest van het gamma uitproberen, op en naast de piste. Onze favorieten zijn opnieuw de freeridemodellen, maar ook over de andere zijn we – gezien hun prijskwaliteitverhouding – zeker te spreken. De experts blijven wat op hun skihonger zitten, maar dat is ook niet het publiek waar Decathlon zich op richt. Wie niet met de regelmaat van de klok gaat skiën, of gewoon iets minder te besteden heeft en daar toch graag veel voor terug krijgt, vindt daarentegen ongetwijfeld een instap- of meer gevorderd model dat bij hem past.

De best mogelijke prijs-kwaliteitverhouding

Een veelgestelde vraag is hoe Decathlon de prijzen zo laag weet te houden. De korte schakels van idee tot winkel dragen daar uiteraard in belangrijke mate toe bij. Er wordt tevens veel energie gestoken in de zoektocht naar goedkopere en/of makkelijker te verwerken materialen, zonder aan de kwaliteitstandaard te moeten inboeten. Een mooi voorbeeld zijn de ski’s van polyamide, die in twaalf in plaats van zestig minuten kunnen worden afgewerkt. Klinkt simpel, maar hier steekt wel zeven jaar onderzoek en ontwikkeling in. Er wordt tevens maar weinig geld in marketing gepompt. Tot slot is het schaalvoordeel van Decathlon enorm: meer dan 1300 vestigingen in een dertigtal landen, waarvan 31 in België. En elk jaar komen er tientallen nieuwe vestigingen – en honderden nieuwe of vernieuwde producten – bij.