Engelberg
Het dichtstbijzijnde echte skigebied is wat ons betreft Engelberg. Op een goede 700 kilometer van Brussel, door de aanwezigheid van de gletsjer garanties op prima sneeuwkwaliteit en pistes voor elk niveau, drie eigenschappen die dit antwoord ondersteunen. Freeriders hebben de weg naar Engelberg reeds lang geleden ontdekt.
Uit het vliegtuig gaat het de trein op. Het befaamde klokvaste treinnet van Zwitserland brengt ons stipt om zeven voor elf op plaats van aankomst. ‘s Ochtends vertrekken en nog voor de middag op de latten, dat kan dus prima. We treffen het niet met het weer. Het is guur, er hangt veel mist en er staat een bijzonder strakke wind. Ski’s en snowboard blijven voorlopig netjes opgeborgen. Maar lunchen in het station van Titlis is natuurlijk een leuk alternatief. De Rotair kabelbaan brengt ons zo tot Klein Titlis. De Rotair is de eerste kabelbaan ter wereld die tijdens haar traject rond haar eigen as draait. Het panorama dat zo geboden wordt, is ronduit indrukwekkend. Als het weer het toelaat, tenminste.
De Titlis Cliff Walk, de hoogste hangbrug in Europa, is niet weggelegd voor zij met hoogtevrees. We maken er een toeristische dag van en zetten onze tocht verder richting het ronduit schitterende iglo-dorp: een bar met prachtige ijssculpturen, een restaurant, een kapel, slaapzalen voor zes personen, een aantal romantische iglo’s voor z’n tweetjes, jacuzzi, … De kaasmakerij en het benedictijnerklooster in het dorp sluiten een rustig dagje af. Dromen doen we die nacht over de runs en de lijnen in de ongerepte sneeuw die we de volgende dagen zullen trekken.
Het is prachtig weer, een staalblauwe hemel met een krachtige zon verwelkomt ons tijdens onze eerste runs, als het ware de verplichte kost voor de Engelberg-freerider.
We rijden als opwarming over de gletsjer, pikken de grote klassieke offpiste-afdalingen mee en zeuren over teveel sporen en te weinig sneeuw. We verlaten de drukbezochte klassiekers en zoeken onze weg doorheen rotsen, kleine drops en andere natuurlijke obstakels. Heerlijk genieten. We spelen op Steinberg en Gatliberg, zoeken onze weg over Stand richting Trübsee en kicken op lekker lange afdalingen. Tijd om onze pijlen naar Jochstock te richten.
Jochstock is anders, speelser vooral. Rotsen, couloirs, bevroren watervallen, cliffs, … een gedroomde speeltuin voor de freerider die graag uitdagende lijnen tekent. En wat meer is, het is er meteen ook een stuk rustiger buiten de piste. Waar op het Titlis-deel zowat elke freeriderun binnen de kortste keren in een bultenpiste verandert, is dat op Jochstock helemaal niet het geval. Jochstock ligt ook beter beschut tegen de zon wat maakt dat de sneeuw er langer zacht en vers blijft. Ondanks het belabberde weer en de minieme hoeveelheid sneeuw razen we als uitgelaten kleuters doorheen een prachtig decor.
De grote klassieke afdaling in Engelberg, eentje om op je palmares te zetten, is zonder enige twijfel de befaamde Laub, een steile noordhelling die je in ongeveer 1200 hoogtemeters richting Gerschnialp brengt. Sneeuwraketten voor de snowboarder en een setje vellen voor de skiër zijn snel geregeld in een freeride-minnend Engelberg. We gaan lopen. Op zoek naar verse en ongerepte sneeuw. Als uitvalsbasis kiezen we het bergstation Jochstock. De col tussen Reissend Nollen en Wendenstocke is het doel van de dag.
We doen krachten op in het prachtige Bärghuis Jochpass en vallen de beklimming aan. Die verloopt vlot en snel. Het is alweer heerlijk weer wat het hiken meteen een stuk aangenamer maakt. Wandelen doorheen dergelijk indrukwekkend panorama is natuurlijk niet meteen een zware straf. De afdaling over de Jochgletsjer is schitterend. De sneeuw is lekker zacht, er staan amper sporen en we komen beneden met een extatische glimlach op onze gezichten. We genieten van een ondergaande zon en moeten ons tenslotte reppen om, voor het helemaal donker is, terug beneden te zijn.
Een airboard is een soort van opblaasbare hoovercraft waar je bovenlichaam op steunt. Sturen doe je door je gewicht te verplaatsen, met je benen rem je af. Helm, kniebescherming, aangepaste overall, … het zijn geen overbodige accessoires. In onze verblijfplaats, het prachtige Waldegg-hotel, kijken we nu al dagelijks aan tegen airboards in verschillende formaten, spectaculaire foto’s en een Ninja-turtle-achtige uitrusting. Er is echter geen ontkomen aan. De eigenaar van hotel Waldegg, Manolito Birrer, is een fervent airboarder en dat zullen we geweten hebben. Hij zal ons inwijden in de geheimen van het airboard. Tips en tricks van een professional die – zoals even later zal blijken – aan een onvoorstelbaar hoge snelheid op zijn airboard overheen de rodelpiste van Brunni raast.
Onze eerste meters zijn niet bepaald een groot succes. Sturen leidt nergens heen en onze remafstand is die van een volgeladen vrachtvliegtuig. Maar toch, vinden we het meteen leuk. Je ligt met hoofd en lichaam zo dicht bij de sneeuw dat het instant kicks oplevert.
Een paar try-outruns later gaat ook bij ons de snelheid en de daarbijbehorende adrenaline flink de hoogte in. Nooit gedacht dat we dit zo leuk zouden vinden. Zo’n airboard is onvoorstelbare dikke pret. Ook voor volwassenen. En bij uitbreiding is heel Engelberg onvoorstelbaar dikke pret. Voor kinderen, het kind in de volwassenen, freeriders, pisteskiërs, levensgenieters, … en dat op amper 700 kilometer van Brussel.
Tekst: Jurgen Groenwals/Foto’s: Eric Verbiest